Een rode Morgan +4 verliet op 17 maart 1952 de Morgan fabriek in Malvern Link, op weg naar een journalist uit Scheveningen. De auto viel op bij een jonge pompbediende, die een gentlemen’s agreement sloot met de eerste eigenaar. Mocht de rode Morgan ooit verkocht worden dan zou hij het eerste recht van koop krijgen. Jaren later kwam het heerschap de afspraak na. De auto wisselde van eigenaar voor een fors bedrag; destijds genoeg om een Mercedes 300SL van te kunnen kopen.
In de jaren ’70 en ’80 werd de auto niet ontzien. Dankzij een opgevoerde Triumph TR3 motor was er een lederen riem nodig om de motorkap op zijn plek te houden tijdens het snellere bochtenwerk. De sportwagen werd multifunctioneel ingezet: overdag als bestelwagen om pakken hooi te halen voor de paarden en ‘s nachts als slaapplek voor de hond. Uiteindelijk begonnen de jaren hun tol te eisen en werd de auto verkocht als restauratieobject.
Morgan Plus Four restauratie
Van die restauratie kwam in eerste instantie weinig terecht. De auto werd als bouwpakket in dozen teruggekocht door de tweede eigenaar en dezelfde week doorverkocht aan de huidige eigenaar. Deze restaureerde de auto tot in detail en bracht de originele Vanguard motor weer terug in nieuwstaat. De Morgan gromt hiermee weer als vanouds en wordt regelmatig uitgelaten op Brabantse landweggetjes.
Deze auto heeft nog een origineel Nederlands linnen kenteken (PK-97-05) en is de enige Plus Four ‘flat rad’ die ooit nieuw in Nederland is geleverd.